Terug naar de vorige index


W.F. Hermans -
De donkere kamer van Damocles

door drs. J.J. de Vries




W.F. Hermans, De donkere kamer van Damocles
G.A. van Oorschot, Amsterdam (1958)
bespreking door drs. J. J. de Vries


Samenvatting:
Nadat zijn moeder in een vlaag van waanzin zijn vader, die in Voorschoten een sigarenwinkel had, vermoord heeft, gaat Henri Osewoudt op 12-jarige leeftijd naar zijn oom in Amsterdam. Dit doet hij. Hij volgt een middelbare-schoolopleiding, maar heeft met niemand contact, behalve met zijn nicht Ria, die 7 jaar ouder is. Beiden zijn lelijk. Henri heeft bolle wangen, wit zijdeachtig kortgeknipt haar, geen baardgroei, en, vanwege de judosport vergroeide voeten: hij ziet eruit als een rechtopstaande pad. Ria’s haar heeft de kleur van pakpapier en ze heeft een zeer spitse onderkaak en te lange tanden. Als hij 18 jaar is, trouwen ze. Henri zet de zaak van zijn vader voort.

De oorlog breekt uit. Henri wordt afgekeurd voor militaire dienst, omdat hij zo lelijk is. Hij komt in contact met een luitenant van de landmacht, die zich Dorbeck noemt. Deze Dorbeck lijkt als twee druppels water op Henri, met dat verschil, dat hij het ‘geslaagde exemplaar’ is, en de eigenschappen bezit, die Henri graag had willen hebben. Van Dorbeck krijgt Henri een filmpje, dat ontwikkeld moet worden. Na de capitulatie geeft Henri Dorbeck een kostuum te leen, en begraaft hij Dorbeck’s uniform in zijn tuin. Dorbeck brengt later het kostuum terug en geeft Henri nog enkele films. Deze moeten ontwikkeld worden en dan naar E. ten Zijl in A’dam-West worden opgestuurd.

Via opdrachten van Dorbeck raakt Henri bij het verzet betrokken. Hij moet samen met ene Mets in de Kleine Houtstraat in Haarlem twee mannen neerschieten. Daarbij wordt hij gevolgd door de zoon van de drogist Saluta in Voorschoten, en verraden. Als Henri het filmpje ontwikkelt, dat Dorbeck hem in de meidagen van ’40 gaf, staat op één van de foto’s Dorbeck, die sterk op Henri lijkt, met twee vriendinnetjes voor het huis in de Kleine Houtstraat. Henri vraagt zich af of Dorbeck nog leeft, of hij zelfs wel bestaat. De hele familie van Ten Zijl die de filmpjes moest ontvangen, komt om het leven als een brandend vliegtuig op hun huis neerstort.

Henri krijgt in ’44, nadat hij drie jaar niets van Dorbeck heeft gehoord, een brief met het verzoek de foto’s te zenden naar Postbus 234 in Den Haag. Hij gaat kijken wie de brief ophaalt: het blijkt een heilsoldate te zijn. Enkele dagen later wordt hij opgebeld door ene Hilde Klein-Optewinkel. Zij zegt dat ze uit Engeland komt en toont hem later een van de foto’s, die hij aan Dorbeck heeft gestuurd. In Leiden verft hij zijn haar zwart en krijgt hij een nieuw persoonsbewijs dat op naam van E.B. Strenda staat.
Hij wordt verliefd op het meisje Marianne Van Outweven. Ze bedrijven de liefde, waarbij het meisje een donkere bril draagt. Zelf duikt hij onder aan de Zoeterwoudse singel, en gaat foto’s ontwikkelen voor Mets. Hij beseft hoezeer hij veranderd is, en vindt, dat Dorbeck ‘een ander mens’ van hem heeft gemaakt. Hij vermoedt nu dat Dorbeck wel bestaat maar dat hij zelf een verzinsel van Dorbeck is.

Hij krijgt een nieuwe opdracht van Dorbeck: hij moet in de stationswachtkamer van Amersfoort een vrouw in leidsteruniform van de Nationale Jeugdstorm ontmoeten. Samen gaan ze naar Lunteren om de Gestapoman Tannes te doden. De vrouw wordt later in de trein aangehouden; Henri wordt gearresteerd als hij met Marianne in de bioscoop zit en op het doek een oproep tot zijn aanhouding verschijnt. Hij wordt gemarteld, opgenomen in een ziekenhuis, en weer bevrijd. Als hij bij Dif Marianne opnieuw ontmoet, toont hij haar zijn gevoelens over Dorbeck en zichzelf: “Ik heb nooit geweten, dat ik het mislukte exemplaar was tot ik Dorbeck ontmoette.” Hij vindt dat hij alleen bestaansrecht kan krijgen, als hij Dorbeck’s opdrachten uitvoert.

‘s Nachts wordt hij weer gearresteerd en later door Kuszcýnka bevrijd. Deze is op zoek naar Henri’s dubbelganger Dorbeck. In een clandestiene sociëteit voor ondergrondse helden, denkt Henri Dorbeck te herkennen. Hij krijgt gif om Kuszcýnka te vermoorden, en daarna gaan ze er samen in Kuszcýnka’s auto vandoor. In een leegstaand huis maakt Henri met de Leica van Kuszcýnka voor de spiegel een foto van Dorbeck en zichzelf. Dorbeck vertelt hem, dat Ria samenwoont met de verrader, de zoon van de drogist in Voorschoten. Henri krijgt een verpleegstersuniform om Marianne, die zwanger is, in de kraamkliniek te kunnen bezoeken. Als hij daar aankomt, krijgt hij het lijkje van zijn kind te zien, en loopt huilend weg. Henri vindt het leven oindraaglijk en wil er een eind aan maken. Is niet alles wat hem is overkomen, verzonnen door de auteur?

Met hulp van een illegale arts komt hij de grens tussen het bezette en het door de geallieerden bevrijde gebied over naar Breda. Hij wordt naar Engeland gebracht en verhoord. Hij gaat dan weer naar Nederland, maar wordt ook daar niet vrijgelaten. Er wordt namelijk beweerd, dat in de Duitse stukken staat, dat hij een handlanger van de Duitsers is. Er is niemand die het tegendeel kan bewijzen. Dorbeck is onvindbaar, Ten Zijl en Mets zijn dood, Mirjam is in Israël. Hij concludeert dat al zijn belevenissen een verzinsel van de recensent zijn en op dat moment houdt hij op te bestaan.

Titelverklaring:
De titel De donkere kamer van Damocles is afgeleid van de uitdrukking ‘Het zwaard van Damocles’ en duidt op een voortdurende dreiging. De dreiging is in dit geval niet afkomstig van een zwaard maar van een - mislukte - foto, die de onschuld van de hoofdpersoon had moeten bewijzen. Vandaar ‘donkere kamer’: deze ‘donkere kamer’ verwijst, behalve naar de ruimte waar foto’s worden ontwikkeld, ook naar de donkere cellen, waarin de hoofdpersoon regelmatig verblijft.

De auteur:
W.F. Hermans is een van de belangrijkste figuren van de Nederlandse literatuur na 1945. Hij wordt op 1 september 1921 geboren te Utrecht. Hij studeert fysische geografie aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam en wordt in 1958 aangesteld als lector aan de Rijksuniversiteit van Groningen. In 1973 neemt hij ontslag en vestigt zich als fulltime schrijver in Parijs. De laatste jaren van zijn leven woont hij in Brussel en hij sterft op 27 april 1995.
Hij debuteert met poëzie. Daarna volgen recensies, essays en verhalen. In 1947 verschijnt zijn romandebuut Conserve. Op zijn naam staat een zeer omvangrijk oeuvre in alle mogelijke genres. Het grondthema in Hermans’ werk is zijn wereld- en literatuurbeschouwing, volgens welke de werkelijkheid een chaos is. Binnen deze chaos probeert de mens tevergeefs waarheid, identiteit, orde en zin te ontdekken. Vanwege de kritische manier waarop hij aan deze ideeën vorm geeft, groeit hij uit tot een controversiële figuur.
Onder het pseudoniem Age Bijkaart publiceert hij vanaf ’74 opstellen in Het Parool, later gebundeld in Boze brieven van Bijkaart (1977). In 1977 aanvaardt hij de Grote Prijs der Nederlandse Letteren, nadat hij eerder andere literaire prijzen, o.a. P.C. Hooftprijs, geweigerd heeft. Hermans’ werk wordt onder meer beďnvloed door Multatuli, Kafka, Bordewijk en L. Wittgenstein, van wie hij ook werken vertaalt.
Een korte selectie uit zijn oeuvre:
Poëzie: Kussen door een rag van woorden (debuut), Overgebleven gedichten (1968);
Romans: De tranen der Acacia’s (1949), Nooit meer slapen (1966), Ruisend gruis (1995, postuum verschenen); Novellen, verhalen: Het behouden huis (1952), De laatste roker (1991).
Ook schreef hij studies en essays, dramatische werken en wetenschappelijk werk.

Genre: oorlogsroman.

Tijd en plaats:
Het geheel is chronologisch verteld. Men kan een onderverdeling maken tussen de inleiding, die over Henri Osewoudt in de jaren dertig gaat en het eigenlijke verhaal, dat zich afspeelt in de Tweede Wereldoorlog. De vertelde tijd is zo’n twaalf jaar. Het verhaal speelt zich hoofdzakelijk in Nederland af, in de steden Den Haag, Voorschoten en Amsterdam. Verder in de plaatsen Leiden, Amersfoort, Utrecht en Breda en een korte tijd in Engeland.

Karakters:
Osewoudt:
Henri Osewoudt is een man met een lelijk uiterlijk. Hij is erg gesloten en onzeker. Hij vindt zichzelf het mislukte exemplaar t.o.v. zijn dubbelganger Dorbeck. Hij probeert zich een bestaansrecht te verschaffen door blindelings de opdrachten van het ‘geslaagde exemplaar’ uit te voeren, die naar zijn zeggen ‘een ander mens’ van hem heeft gemaakt, maar hij weet niet wie.

Dorbeck:
Dorbeck is de dubbelganger van Henri, zijn geslaagde tegenpool met wel degelijk een mannelijk uiterlijk. Veel meer dan dit komen we ook niet te weten, en hij blijft daarom een onbekende. Zijn naam is een anagram van Cekbord, de Tsjechische versie van schaakmat.

Ria:
Ook Ria is een vlak karakter: behalve dat ook zij lelijk is, weten we van haar, dat ze opportunistisch is en met de verrader van Henri gaat samenwonen.

Marianne Van Outweven (Mirjam Flatua):
Hoewel ze iets vaker in het verhaal voorkomt, omdat ze een relatie met Henri begint en van hem in verwachting raakt, is er over haar karakter redelijk weinig bekend. Wel toont ze moed door haar bereidheid het valse identiteitsbewijs naar Elly te brengen. Zij is een vlak karakter.

Thematiek: Tegen de achtergrond van de oorlog en het verzet is ook in dit boek de onkenbaarheid van de werkelijkheid het thema. De gebeurtenissen zijn een onwaarheid en zijn verzonnen door een mythische boekbespreker. Er zijn motieven als chaos, toeval, het verkeerd beoordelen van mensen en gebeurtenissen, en het gemis aan identiteit in te vinden, waarbij het dubbelgangersmotief in dit verhaal een grote rol speelt.

Motto:
“Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar niet ophangen als hij er niet is.
Men zou willen zeggen: ‘Dan moet hij er toch ook zijn als ik hem zoek.’
- Dan moet hij er ook zijn als ik hem niet vind, en ook als hij helemaal niet bestaat.”
                                                                              Ludwig Wittgenstein

Taalgebruik:
Duidelijk, met niet te lange zinnen. Het verhaal is in de verleden tijd geschreven. De vreemde namen onderstrepen de vervreemding. Door het ontreken van hoofdstukken doet het fragmentarisch aan.

Perspectief: verteld in de derde persoon.


---einde(12-05-2011)---

Terug naar de vorige index