Terug naar de vorige index
Als het geheugen niet werkt
door R. Mieremet B.S.
Als het geheugen niet werkt
Dyslexie, hoogbegaafdheid, dyscalculie - talrijke ontwikkelingsstoornissen
bedreigen met name de opgroeiende jeugd. Nu dringt het besef door dat ook veel
jongeren lijden aan dysmnesie.
Tijdens het leerproces speelt het onthouden van gegevens een belangrijke rol.
Bij de meeste jongeren ontwikkelt zich zonder opvallende moeite de vaardigheid
van het onthouden, het inprenten van elementen in de hersenen. Onderwijs en
oefening dragen daaraan bij.
Er is echter een groep kinderen die grote problemen heeft met het onthouden van
informatie. Soms komt dat door domheid of een slechte opleiding. Wanneer het
echter niet kan worden toegeschreven aan gebrekkig onderwijs of aan een lage
intelligentie, kan het alleen maar komen door een ontwikkelingsstoornis die
‘dysmnesie’ genoemd wordt.
Onder dysmnesie verstaat de wetenschap een partieel defect dat zich uit in het
onvermogen om gegevens in het lange termijn geheugen op te slaan. Dit leidt tot
ernstige en hardnekkige problemen bij de automatisering van het onthouden. Het
woord ‘dysmnesie’ is gevormd uit de Griekse woorden ‘dys’ (beperkt) en ‘mnesis’
(geheugen). Deze stoornis komt vooral voor bij jeugdigen; ongeveer 3 tot 4
procent van de jongeren heeft hier last van. We moeten het verschijnsel niet
verwarren met amnesie, waarbij een bepaald deel van het geheugen helemaal
wegvalt, vaak doordat er een traumatische gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Ook
is het iets anders dan de ziekte van Alzheimer en dementie; beide zijn
stoornissen die juist vooral bij bejaarden voorkomen.
De symptomen van dysmnesie komen al op jeugdige leeftijd naar voren, opmerkelijk
genoeg juist wanneer de kinderen in de schoolgaande leeftijd zijn. Het is vaak
een familiale aandoening: als een leerling dysmnesie heeft, is de kans groot
(37%) dat deze stoornis voorkomt in hetzelfde gezin (vader, moeder, broers of
zussen).
Oorzaken
Voor dysmnesie bestaat geen eenduidige verklaring. Men neemt wel aan dat de
snelheid van de informatieoverdracht en de tijdsduur van het ‘bewust onthouden’
een belangrijke rol spelen. Hoe langer het kind bezig is geweest met bewust
leren, des te beter vindt het vastleggen in het geheugen plaats.
Er zijn ook sterke aanwijzingen dat het defect wordt veroorzaakt door tekorten
bij de voeding. In de jaren negentig is er een onderzoek gedaan bij 671 jongeren
van 11 tot 15 jaar bij wie de diagnose dysmnesie was gesteld. Daaruit blijkt dat
deze leerlingen op school 23% vaker hun brood niet bij zich hadden dan
schoolgaande jongeren uit een controlegroep. Dat maakt aannemelijk dat
onvoldoende eten, of een onevenwichtig samengestelde lunch, het verschijnsel
dysmnesie in de hand werkt. (Er is trouwens ook een nog onverklaarde correlatie
met het aantal leerlingen dat geen boeken bij zich heeft.)
Het Nationaal Fonds Dysmnesie (N. F. D.) te Rotterdam zamelt geld in voor verder
wetenschappelijk onderzoek. Het is echter al zeker dat dysmnesie een neurocognitieve
aandoening is, die de leerling niet kan worden verweten. (U kunt zich nog steeds als collectant opgeven)
Kinderen die aan dysmnesie lijden, zijn niet minder intelligent dan anderen. Ze
hebben veelal een groot creatief en beeldend vermogen, ze zijn buitengewoon
speels en ontspannen en vaak zelfs hoogbegaafd. Het is jammer als de
maatschappij geen gebruik kan maken van de vruchten van hun talenten. Het
probleem veroorzaakt ernstige spanningen in de kring van het gezin, want het is
ook voor ouders zeer teleurstellend als hun kinderen schijnbaar ‘niet kunnen
leren.’ Bovendien legt deze stoornis een grote last op hun emotionele
ontwikkeling doordat ze door hun klasgenoten voor dom worden aangezien, alleen
maar omdat ze sommige dingen niet goed onthouden.
Toch hebben vele scholen, die overigens wel aandacht besteden aan ADHD en
hoogbegaafdheid en PPD-NOS en - heel vergelijkbaar - dyscalculie, weinig
belangstelling voor dysmnesie. Als deze getalenteerde jongeren door een
neurocognitieve aandoening moeten doubleren of hun schoolopleiding niet kunnen
afmaken, is dat duidelijk onrechtvaardig. En het is bovendien niet nodig.
Behandeling
De laatste jaren is duidelijk geworden dat men dysmnesie kan genezen of althans
zodanig behandelen dat de nadelige effecten beperkt worden en de leerresultaten
worden verbeterd. Baanbrekend onderzoek op dit gebied is gedaan door de
Italiaanse neuroloog P. Vorintimi. Op basis hiervan heeft men op pedagogische
instellingen zoals Instituut Mieremet in Rotterdam methodes ontwikkeld om de
problemen te bestrijden. Door technieken gebaseerd op visualiseren en herhalen
en met veel investering van tijd kunnen leerlingen het zogeheten ‘onthouden’
expliciet aanleren. Leerstrategieën met inspirerende benamingen zoals ‘drillen’,
en ‘stampen’ en vooral ‘blokken’ maken het mogelijk dat de ook de
schoolprestaties met sprongen vooruit gaan. Op deze manier is het mogelijk om
deze getalenteerde jongeren op een aanvaardbare manier toegang te geven tot hun
geheugencapaciteit. Behalve remedial teaching kunnen door de V.B.I erkende
instituten ook een officiële dysmnesie-verklaring aanbieden. Ouders die het
beste voorhebben met hun kinderen, weten waar ze het kunnen zoeken.
Optimisme
Tot besluit een woord van bemoediging. In het verleden hebben tal van dysmnetici
zich met veel inspanning en op eigen kracht ontworsteld aan hun handicap.
Daaronder zijn nogal wat beroemde namen, die een plaats in de geschiedenis
hebben gekregen. Ze zijn het bewijs dat iemand het ondanks deze problemen toch
ver kan schoppen in de samenleving. Om er een paar te noemen:
Christophorus Columbus, ontdekkingsreiziger
Claudius Ptolemeus, astronoom
Karel de Eenvoudige, Frankisch koning
Dan Quayle, vice-president van de Verenigde Staten
Dr. John H. Watson, Britse auteur
Erich von Däniken, Zwitserse historicus
Ernst von Gräfenberg, Duitse seksuoloog
George Armstrong Custer, Amerikaanse generaal
George Walker Bush, Amerikaanse president
Heinrich Einstein (een neef van de beroemde fysicus)
Hendrikus Colijn, minister-president van Nederland
Immanuel Velikovsky, astronoom
Stan Laurel, Amerikaanse acteur
Trofim Lysenko, Russische bioloog
Als al deze mensen op eigen kracht in staat zijn geweest, zichzelf uit te tillen
boven hun beperkingen, dan zullen de jongeren van nu daar zeker in slagen met
behulp van deskundige begeleiding.
---einde(12-05-2011)---
Terug naar de vorige index
|