Terug naar de vorige index Zeegezicht te Spakenburg

Commentaar op "De Utrechtse zeehaven"

door Pieter van Garderen



Geachte leden van het illustere genootschap, de interessante en onze inzichten in de lokale historie van het Sticht vernieuwende bijdrage van de heer M. Kuszczynka verdient nog een aanvulling.

Nog tot ver in de negentiende eeuw leefde het verlangen naar de realisatie van Utrecht als zeehaven met een soort voorhaven in de vorm van Spakenburg. Hierdoor bleef men op Utrechts grondgebied en was men niet afhankelijk van Noord-Holland en Amsterdam, zoals met de mede daarom laat gerealiseerde verbinding: het Amsterdam-Rijnkanaal en eerder de moeizame verbinding via de Vecht met Muiden.

In de vergaderingen van de Provinciale Staten van Utrecht werd in de late jaren vijftig van de negentiende eeuw herhaalde malen aangedrongen op een forse uitbreiding van de énige zeehaven van ons gewest', het schone Spakenburg. (zie:'Veel tact en de noodige geschiktheid'. Gouverneurs en commissarissen in de provincie Utrecht, 1814-1997, onder red. van P.A. Blok e.a. (Utrecht 1997) p.81). Op de bijgevoegde illustratie ziet men dan ook de haven van Spakenburg met op de achtergrond de Domtoren.

Landkaart met kanaalverbinding Realisatie van dit plan zou zeker een hernieuwde aanpak van de aanleg van de kanaalverbinding Utrecht-Spakenburg, zoals in eerder genoemd stuk zo treffend is beschreven, gewenst hebben gemaakt.
Het zou de bloei van Utrecht ook bevorderd hebben. Het was immers het streven van de vroede vaderen dezer stad om via een maximum aan verbindingen, per spoor en over onze goed verzorgde waterwegen, een vrije markt politiek te voeren en via privatisering en liberalisering de winsten te optimaliseren.(zie P. van Hees, De industrialisatie van Utrecht in de negentiende eeuw. onuitgeg. ms.,s.d.s.l. ).

Uw Pieter van Garderen.


---einde(12-05-2011)---

Terug naar de vorige index