Terug naar de vorige index
Han van Meegeren en de werkelijkheid
door Hilde Klein-Optewinkel
|
|
Han van Meegeren was een van de belangrijkste Nederlandse schilders
van de twintigste eeuw. Door zijn gedurfde interpretatie van de werkelijkheid
kreeg hij brede invloed onder de Nederlandse beeldende kunstenaars. Schilders
als Carel Willinck, Elmyr de Hory en Pyke Koch grepen terug op technieken en
inzichten die door Van Meegeren ontwikkeld waren. Zowel aanhangers van het
magisch realisme als enkele volgelingen van het surrealisme erkenden dat hij
een diepe invloed op hun werk had. Toch greep hij zelf terug naar de traditie
en het verleden van de zeventiende eeuw, waarin Nederland groot was op cultureel
gebied en de Nederlandse schilderkunst bloeide.
|
|
Hendricus Antonius van Meegeren werd op 10 oktober 1889 in Deventer geboren als
derde kind van katholieke ouders. Het geloof zou een inspirerend element in zijn
schilderijen worden. Op de HBS (Hogere Burgerschool) viel hij al op door zijn
tekentalent tijdens de lessen van Bartus Korteling. Zelf wilde hij zijn carrière
in die richting voortzetten, maar zijn ouders, die meenden beter te weten wat
goed voor hem was, oefenden druk uit om in Delft architectuur te gaan studeren.
Toch bleef hij tijdens deze studie tekenen en schilderen. Een keerpunt in zijn
leven kwam toen hij in 1913 een wedstrijd won die was uitgeschreven door de
afdeling Algemene Wetenschappen van de Technische Hogeschool. Hij had een tekening
gemaakt, min of meer architectonisch weliswaar, van het interieur van de Sint
Laurenskerk in Rotterdam. Ook later zou het bouwkundige element af en toe in
zijn werk opduiken.
Door deze erkenning van zijn capaciteiten besloot Han van Meegeren zijn studie
af te breken en hij meldde zich bij een tekenopleiding.
Weldra bekwaamde hij zich in tekenen en schilderen en in 1917 al had hij zijn
eerste tentoonstelling. Een reis naar Italië versterkte de historische elementen
in zijn werk, dat vaak ook bijbelse taferelen weergaf.
Algemeen kreeg hij erkenning als een bekwaam schilder, maar zijn werk ademde nog
een traditionele sfeer. Het meeste bekend uit deze periode is het tekening van
een hertje op de domeinen van prinses Juliana, zeer toepasselijk 'Het hertje'
genaamd. De afbeelding symboliseert duidelijk de hoop.
|
|
Als secretaris van de Haagsche Kunstkring voelde Van Meegeren zich in het
milieu van kunstenaars opgenomen. Toch knaagde er een ontevredenheid aan hem,
hij wilde meer. Inmiddels was hij getrouwd en kreeg hij een dochter Pauline,
die later Inez werd genoemd. In 1927, vier jaar na zijn scheiding van Anna de Voogt,
trouwde hij opnieuw, deze keer met de ex-vrouw van een kunstcriticus.
Zijn bewondering voor zeventiende-eeuwse schilders leidde ertoe dat hij hun werk
niet alleen wilde evenaren, maar ook ging interpreteren. Op 7 februari 1930 kreeg
hij zijn openbaring. Toen hij onder een boom lag te slapen, viel er een peer van
het merk Gieser Wildeman op zijn hoofd.
Als het ware wakker geschrokken door deze ervaring besefte hij dat hij de
werkelijkheid moest vervormen. Uit dit inzicht ontstonden werken die enerzijds
technisch knap en nauwgezet geschilderd waren, maar aan de andere kant een
onbegrijpelijke en mysterieuze wereld weergaven. De 'Lachende cavalier' bijvoorbeeld,
een werk dat sterk aan Frans Hals doet denken, toont ons een vrolijke drinkebroer
die zich verbergt achter het geribbelde glas van een douchecabine. Ook de statische
opbouw van de beelden en de fletse kleuren wijzen erop dat Han van Meegeren de
werkelijkheid van zijn schilderijen relativeerde tot een plat vlak om juist
daardoor zijn beklemmende boodschap te brengen.
|
|
Een dergelijke sfeer van het verleden wordt later, zij het met minder middelen,
opgeroepen door Willinck als hij zijn 'Meisje in Renaissance-kostuum' schildert.
Ook de Citer spelende vrouw ziet er realistisch uit, maar haar bestaand wordt
voor ons versluierd door grote, inktachtige druppels, alsof Van Meegeren wil
zeggen: kijk maar, het is nooit de werkelijkheid, maar een schilderij.
|

|
Indrukwekkend en beklemmend zij ook de vervormingen in 'Lezende vrouw'(1935-1936),
van wie het hoofd (het verstand) heel groot is gemaakt, terwijl het gevoel (
het lichaam) verschrompeld is.
|

|
Weldra hing het werk van Van Meegeren in museum Boymans Van Beuningen en zelfs
in het rijksmuseum. Met name de kunstverzamelaar Van Beuningen, een grote mecenas
in de Nederlandse kunstwereld, was een grote bewonderaar van Van Meegeren, evenals
de kunstcriticus Bredius. Ook in het Duitse Rijk telde de schilder vele, en zelfs
hooggeplaatste fans, waarschijnlijk vanwege het diepreligieuze karakter van deze Duitsers.
Een nieuwe fase in zijn stijl trad op toen Han van Meegeren rechtsreeks bijbelse
taferelen ging verwerken. In Christus en de overspelige vrouw is de afkeer over
het overspel meer dan duidelijk in de bijna dierlijke vervorming van de gezichten.
Een kunstenaar als Salvador Dali had het niet scherper kunnen zeggen.
Ook de overspelige zelf kan in haar gelaatstrekken niet aan de dierlijke weerzin ontkomen.
|

|
Een vergelijkbare gefragmenteerde wereld zien we in het Laatste Avondmaal,
dat de kunstenaar in 1939 voor het eerst vorm gaf. Zo sterk werd hij door
deze thematiek beklemd, dat hij in 1941 een nieuwe versie schilderde.
Dit schilderij maakte automatisch de vorige versie tot het Één-na-laatste avondmaal.
|

|
Hoogtepunt van zijn oeuvre is echter de Mousegang. Hierin zien we een groep
muisachtige wezens, zo genoemd vanwege hun lange neuzen of snuiten, om de tafel zitten.
Het is alsof zij met hun neus de werkelijkheid (bijvoorbeeld die van het brood)
willen opsnuiven en doorgronden. Met name voor dit schilderij kreeg Van Meegeren
ook internationaal de aandacht die hij verdiende.
|

|
In december 1947 stierf Han van Meegeren na een rijk en productief leven in de
Valerius kliniek. Het is jammer dat diverse vervalsers, zoals de beruchte J. Vermeer,
zich verstoutten om na zijn dood vervalsingen van zijn werk op de markt te brengen.
---einde(12-05-2011)---
Terug naar de vorige index
|