Negentien mensen opgehangen en één man doodgemarteld.
Een belangrijk percentage van de bevolking maandenlang in de gevangenis.
Voor een klein stadje als Salem waren de heksenprocessen van 1692 een schokkende gebeurtenis,
een schaduw die nog in onze tijd boven de gemeenschap hangt.
Hoe kon het zover komen?
Laten we eerst de gebeurtenissen op een rijtje zetten.
Een West-Indische slavin in Salem maakte een viertal meisjes bang met verhalen
uit de voodoo-traditie. De kinderen werden heel angstig en dachten dat ze behekst waren.
Hun vreemde gedrag - stuiptrekkingen, gejammer - wekte de belangstelling van de
geestelijken van het stadje, die de meisjes ondervroegen. Deze beschuldigden
enkele vrouwen uit Salem van hekserij. De genoemde vrouwen ontkenden niet,
maar noemden weer andere vrouwen en mannen als heksen.
Vervolgens doken er in de gemeenschap getuigen op die zich als het slachtoffer van
hekserij beschouwden en getuigenissen aflegden tegen de vrouwen uit de ‘tweede laag’.
Één meisje, Dorothy Good, beschuldigde zelfs haar eigen moeder.
Van het dorpje Salem zelf weten we dat er 271 inwoners woonden.
Daarvan werden er 36 aangeklaagd.
Weldra noemde men ook mensen uit de omliggende dorpen als heksen.
De gouverneur van Massachusetts stelde op aandringen van de geestelijkheid
van Salem een speciale rechtbank in. Het proces leidde tot nieuwe
beschuldigingen en openbaringen. Iedereen leek geesten te zien.
Toen echter de gevangenis uitpuilde door de aanwezigheid van meer dan
honderdvijftig verdachten, liep het rechtssysteem vast.
De druk op de gouverneur werd zo groot dat hij de onderzoeksrechtbank ontbond.
Later werden de gevangenen vrijgelaten, voor zover zij nog in leven waren.

Het geloof in de hekserij werd als het ware telkens geaccepteerd, overgenomen en
doorgegeven aan een ander. Dat is het merkwaardige van het geval: al voor het proces,
al voordat de rechters dwangmaatregelen gebruikten, gaven vrouwen min of meer spontaan
toe dat zij heksen waren. Het was alsof de overtuiging van zwarte magie en
duivelverering telkens op de volgende laag van mensen werd geprojecteerd,
die er hulpeloos aan toegaven.
In de eenentwintigste eeuw geloven we niet aan hekserij.
Bezweringen, het optreden van demonen en vrouwen die op bezems door de lucht vliegen;
dat alles wordt door ons belachelijk gevonden. Terecht.
Maar ook in de protestantse samenleving van de late zeventiende eeuw lag heksengeloof
niet zo voor de hand. Protestanten waren er trots op dat ze zich enkele eeuwen
terug hadden ontworsteld aan het bijgeloof van de Rooms-katholieke kerk.
Ze stonden op de drempel van de Verlichting.
In New England bestond een
redelijk systeem van onderwijs en de stad Salem telde onder haar inwoners nogal wat academici.
Daarom is het des te verwonderlijker dat men zo hysterisch reageerde op een
verzameling bakerpraatjes. Waarom werden de inwoners, van eenvoudige mensen tot
personen die gestudeerd hadden, dan zo hysterisch? Hoe konden de mensen elkaar
zodanig beïnvloeden dat zij hun angsten en bijgeloof aan elkaar doorgaven
en oplegden?
Het antwoord kan worden gevonden in de wetenschap van de parapsychologie,
en wel in de buitenzintuiglijke waarneming. Onder buitenzintuiglijke waarneming
(extrasensory perception of ESP) verstaat men waarneming die plaatsvindt
onafhankelijk van de ons bekende zintuiglijke processen zoals zien en horen.
Voor bepaalde vormen daarvan zoals precognitie ( de kennis van de toekomst) bestaan
geen wetenschappelijke bewijzen. Het zou ook onlogisch zijn om zeker te weten wat
er zou gebeuren (morgen ga ik naar Amer
sfoort) en vervolgens diezelfde toekomst te kunnen verhinderen morgen ga ik toch
maar niet naar Amersfoort.) Het is onwetenschappelijk om te geloven in de kracht
van spiritistische ‘mediums’ die in seances de geesten van overledenen oproepen.
Maar het bestaan van telepathie wordt bewezen door uitgebreid wetenschappelijk onderzoek.
De Encyclopedia Britannica zegt daarover: ‘Some parapsychological research studies
have produced favourable results using such techniques as card guessing with a special
deck of five sets of five cards. The agent may simply think of a random order of the
five card symbols while the percipient tries to think of the order on which the agent
is concentrating. In a general ESP test the sender concentrates on the face of one
card at a time while the receiver tries to think of the symbol. Both subjects are, of
course, separated by a screen or some greater obstacle or distance.
De Amerikaanse parapsycholoog J.B. Rhine (1895-1980) deed vanaf de jaren dertig
meer dan 90.000 experimenten met zogeheten Zener-kaarten of ESP-kaarten. Daaruit
vond hij statistisch bewijs dat een behoorlijk aantal mensen in staat is om te ‘zien’,
welke kaarten andere mensen voor ogen hebben. Modernere onderzoeken zijn de
Ganzfeld-experimenten van Charles Honorton in het New-Yorkse Maimonides-hospital
en de remote-viewing onderzoeken van Russell Targ en Harold Puthoff aan het Stanford Research Institute.
Even bekend werden de onderzoekingen van Professor W. H. C. Tenhaeff (1894-1981)
aan het parapsychologisch Instituut van de Rijksuniversiteit Utrecht. Hij toonde aan
dat paragnosten zoals Gerard Croiset in staat waren om op afstand waarnemingen te doen.
Dat deze constateringen algemeen geaccepteerd worden, blijkt wel uit het feit dat talloze
politiekorpsen bij ontvoeringen en verdwijningen gebruik maken van paragnosten en daarbij
vaak verrassende resultaten boeken.
Trouwens, iedereen weet dat er meer is tussen hemel en aarde dan de natuurwetenschap op
dit moment kan verklaren.
Terug naar Salem. We kunnen constateren dat in deze plaats de angsten voor hekserij
inderdaad werden doorgegeven in de vorm van beelden via een proces van buitenzintuiglijke waarneming.
Een eerste vereiste is dat de ‘zenders’en de ‘ontvangers’ gevoelige en ontvankelijke mensen zijn.
In elk geval van de meisjes kunnen we dit bewijzen: ze waren in een ontvankelijke leeftijd en
enkele van hen hadden al eerder hysterisch gedrag vertoond. Uit de getuigenis van de vrouwen
van de ‘tweede laag’, degenen die als
belangrijkste beklaagden fungeerden zoals Sarah Vibber, kunnen we afleiden dat althans enkelen
van hen tijdens het proces emotioneel en labiel gedrag vertoonden.
De banggemaakte meisjes zonden hun angsten uit via een psychokinetisch veld of psi-veld.
Dat is een heel normaal en meetbaar veld uit het elektromagnetisch spectrum.
Deze beelden werden door de vrouwen van de tweede laag niet alleen opgevangen, maar ook
verder geprojecteerd naar andere inwoners. Uit deze groep zouden velen later ook aangeklaagden worden,
maar verreweg de meesten traden op als getuigen. Laten we even stilstaan bij hun getuigenverklaringen.
Er zijn bijvoorbeeld de gedetailleerde getuigenissen van Elizabeth Hubbard en Abigail Williams
dat zij Rebecca Nurse en Sarah Osborne en ‘Tituba Indian’ in hun huis hadden gezien.
Vaak ging het om een verschijning in de slaapkamer. (Hansen pag. 249)
Uit medisch onderzoek weten we dat in de zogenaamde hypnogogische toestand, d.w.z vlak voor
het inslapen of vlak voor het ontwaken, de mensen gevoeliger zijn voor het psychokinetisch veld.
Deze vrouwen - er waren trouwens ook mannen - zagen dus iemand die op
dat moment ergens anders was. Men moet dit interpreteren als een duidelijk
voorbeeld van ver-zien of telepathie.
Joseph en Mary Herrick zagen Sarah Good ‘blootsvoets en met blote benen’
(Boyer-Nissenbaum pag. 9). Dat is een sterke aanwijzing dat ze zich op dat
moment in haar eigen huis bevond, want in het puriteinse New England was het
niet denkbaar om met blote benen buitenshuis gezien te worden.
Bij het psychokinetisch veld is er vaak sprake van vervorming van de
waarneming omdat we nu eenmaal niet te maken hebben met een volmaakte visuele weergave.
Ann Putnam en Elizabeth Hubbard zagen volgens hun getuigenverklaringen Sarah Good ‘in een vreemd licht’.
De parapsychologie biedt een volkomen aanvaardbare verklaring voor de vreemde
gebeurtenissen in Salem. Alleen op deze manier kunnen we accepteren dat een belangrijk
percentage van de inwoners in de gevangenis belandde en dat twintig mensen werden
gedood op grond van beschuldigingen die wij in onze tijd als belachelijk van de hand wijzen.
---einde(12-05-2011)---
Terug naar de vorige index