Terug naar de vorige index
Simon Vestdijk -Het Meisje met het rode haar
door A.M.G. de Jong
Zakelijke gegevens:
1.Titel: ‘Het meisje met het rode haar’
2.Auteur: Simon Vestdijk
3. Uitgever 1e druk: Pegasus, Amsterdam, 1946.
4.Genre: Oorlogsdagboek
Biografie van de auteur:
Simon Vestdijk was de zoon van de gymnastiekleraar Simon Vestdijk en Anne
Mulder. Hij groeide op in Harlingen - in een aantal boeken komt het stadje terug als
Lahringen. In 1932 volgt zijn officiële schrijversdebuut met de uitgave van de bundel
Verzen in De Vrije Bladen. Kort daarop, in 1933, wordt zijn eerste novelle, De
oubliette, uitgegeven. In hetzelfde jaar schrijft hij Kind tussen vier vrouwen, dat, eerst
geweigerd door de uitgever, later de basis zal vormen voor de eerste drie delen van
de Anton Wachter-romans. Als eerste van die cyclus wordt in 1934 Terug tot Ina
Damman uitgegeven door de uitgeverij Nijgh & van Ditmar. Van 4 mei 1942 tot eind
februari 1943 wordt Vestdijk door de Duitse bezettingsmacht vastgehouden als
gijzelaar in Sint-Michielsgestel en Scheveningen.
Vestdijk was auteur van circa 200 boeken. Vanwege deze enorme productie noemde
de dichter Adriaan Roland Holst hem 'de man die sneller schrijft dan God kan lezen'.
In 1951 ontvangt Vestdijk de P.C. Hooftprijs voor zijn in 1947 verschenen roman De
vuuraanbidders. In 1955 wordt hij Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en ontvangt
hij de Constantijn Huygens-prijs van de Jan Campertstichting voor zijn gehele
oeuvre, dat op dat moment zo'n 80 titels telt. In 1964 verleent de Rijksuniversiteit
Groningen hem een eredoctoraat in de letteren.
Na het overlijden van Ans Koster-Zijp in 1965 trouwt hij met Mieke van der Hoeven,
met wie hij een zoon en een dochter krijgt. Op 20 maart 1971 wordt hem de Prijs der
Nederlandse Letteren toegekend, maar voor hij deze kan ontvangen overlijdt hij op
23 maart op 72-jarige leeftijd in het Academisch Ziekenhuis te Utrecht.
Thema:
Het verhaal speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog, dus oorlog is het hoofdthema:
Hannie, haar familie en andere onderduikers, en haar kameraden van het verzet
hebben te maken met de Duitse bezetting.
Ook is er nog een belangrijk thema te vinden: er wordt namelijk erg veel over het
communisme nagedacht en gesproken. Er zijn verschillende punten waarmee men
kan aangeven dat het communisme een belangrijk onderwerp is in dit boek. Hannie
brengt veel vrije tijd door met lezen. Ze leest dan veel over het communisme in
Rusland. In de discussies die ontstaan blijkt dat ze heel erg vóór het communisme is.
Inhoud:
Het boek is opgebouwd uit vijf aparte boeken van uiteenlopende lengte, die samen
een geheel vormen. Per boek zal ik een korte samenvatting geven van de
belangrijkste gebeurtenissen. De hoofdlijn van het verhaal is als volgt.
Hannie, die zich in het verzet Anne laat noemen, pleegt veel moorden. Ook maakt en
verspreidt zij illegale kranten. Op een gegeven moment gaat er bij een aanslag het
een en ander fout: haar partijgenoot komt om het leven en de Duitsers vinden in zijn
binnenzak een foto van haar. Die verschijnt in kleur in een Duits blad, waarin staat
wie er gezocht worden. Zo snel als ze kan blondeert ze haar rood geverfde haren om
niet herkend te worden. Ze is nu bekend en wordt dus gezocht.
Tegen het eind van de oorlog wordt ze opgepakt en gevangen gezet. Na een
‘gevecht’ tijdens een verhoor wordt opgemerkt dat er zwarte en rode stukken tussen
de geblondeerde haren zitten. Binnen een dag zijn alle gegevens over haar boven
tafel. De Duitsers zijn blij dat ze haar eindelijk te pakken hebben en binnen een paar
dagen is ze gefusilleerd.
Boek 1: De vervolgden.
Hannie is een joods meisje. Ze moet in de Tweede Wereldoorlog, samen met haar
ouders en zus onderduiken in hun woonplaats Amsterdam. Samen met de familie
Van Daan trekken zij in een woonhuis aan de achterkant van het kantoor van haar
vader en zijn medewerkers. Door een draaiende boekenkast wordt dat huis goed
verborgen gehouden voor buitenstaanders, vooral natuurlijk voor de Duitsers. De
medewerkers van het kantoor helpen waar ze kunnen. Later trekt meneer Van
Dussel bij hen in, omdat er nog een plaatsje over is in het huis. In een dagboek dat
Hannie vlak voor hun onderduikperiode had gekregen, schrijft ze de gebeurtenissen
in het achterhuis en haar gevoelens op. Ze vertelt hoe moeilijk het is om de hele dag
nuttig bezig te zijn zonder herrie te maken, want overdag werken er mensen op
kantoor en in het magazijn. Die mogen hen niet horen, dus de w.c mag niet worden
doorgetrokken tijdens kantooruren en er mogen geen kranen lopen. Hannie is veel
bezig met studies van het communisme, boeken lezen en het maken van huiswerk.
Haar vader, die ze liefkozend Pim noemen, helpt haar bij de dingen die ze niet
begrijpt. Later gaat ze ook wat werk doen voor kantoor: brieven typen en
administratief werk.
Ze noemt zich Anne en besluit vermomd en met roodgeverfd haar in het verzet te
gaan, en ze begint persoonsbewijzen te ontvreemden. Ze neemt contact op met
mensen die in het verzet werken.
Boek 2: De verdedigers.
Hannie komt in de verzetsbeweging de PVV terecht (Partizanen Voor het Verzet) en
pleegt haar eerste aanslagen. Ze leest in de bibliotheek van hun hoofdkwartier – het
tweede achterhuis veel over het communisme. Ze bemachtigt en gebruikt een
persoonsbewijs op naam van een zekere Anne Schafthuizen, en is voor de schijn de
echtgenote van PVV - lid Gerard Michaelis, de zoon van een leidende communist.
Gerard is echter de herenliefde toegedaan met zowel verzetslieden als met Duitsers.
Zijn geleerde broer Karel, ook lid van de PVV, wordt enorm bewonderd door twee
andere leden die allebei Maarten heten. Maarten Aantjes heeft last van manisch
depressieve perioden en denkt dan letterlijk dat Karel God is; Maarten Ammerstol is
een meester in vermommingen en bezit een persoonsbewijs op naam van Maartje
Hartman.
Boek 3: Het spoor van de gerechtigheid.
Om veiligheidsredenen trekt Hannie in bij een boerengezin, waar ze haar nieuwe
verzetskameraad, Claus ontmoet. Claus komt uit Vianden (Luxemburg) en is volgens
eigen zeggen een onechte kleinzoon van de Franse schrijver Victor Hugo. Met Claus
trekt Anne er vele malen op uit om Duitsers te pakken. Alles gaat goed en ze wordt
zelfs verliefd op hem. Op een keer gaat er een aanslag mis en wordt Claus
doodgeschoten. Anne heeft het hier moeilijk mee.
Boek 4: Het pantser om het hart.
De foto van Anne met rood haar is bij de Duitsers terechtgekomen en dus blondeert
ze haar haren om op een dom blondje te lijken. De geallieerden zijn Nederland
binnengevallen en iedereen verwacht dat Nederland spoedig bevrijd zal zijn. Dat valt
danig tegen. De hongerwinter breekt aan: er is weinig te eten en iedereen is moe en
duf. Toch zijn de leden van de PVV nog bereid om voor een verzetsgroep in Vianen
te werken; aanvankelijk omdat Anne ten onrechte denkt dat ze naar de moeder van
Claus in Vianden gaan. Bij het kleine aantal aanslagen die ze plegen, gaat er steeds
meer fout. Ze krijgen de opdracht zich koest te houden, want de Duitsers worden
steeds onmenselijker.
Boek 5: Mooi rood haar is niet lelijk.
Anne trekt er op een dag op de fiets op uit om illegale kranten te bezorgen.
Onderweg denkt ze na over alle ellende, en ineens fietst ze, zonder erbij na te
denken, over een brug waar Duitsers staan te controleren. Ze wordt tegengehouden
en de Duitsers vinden de kranten en een revolver. Ze moet mee naar het bureau
voor verhoor, maar ze houdt haar mond. Ze wordt ongeveer een maand opgesloten
in een cel. Tussendoor wordt ze steeds verhoord, maar ze houdt haar mond stijf
dicht. Ze wordt geregeld mishandeld en aan haar haren getrokken. Eén keer ziet een
vrouw dat ze zwarte en rode stukken in haar blonde kapsel heeft. Ze is dus geen
dom blondje! Dan is binnen een dag bekend wie ze wel is en wat ze allemaal heeft
gedaan. Het dagboek beschrijft op indringende wijze hoe ze in een concentratiekamp
gefusilleerd wordt, vlak voor het einde van de oorlog.
Opbouw:
Het verhaal is erg logisch opgebouwd. Boek 1 is een uitvoerige inleiding. De boeken
2, 3 en 4 vertellen allerlei gebeurtenissen en boek 5 is een afsluiting. De
gebeurtenissen en gevolgen zijn erg logisch, maar dat komt natuurlijk doordat het
waar gebeurd is. Het is soms wat geromantiseerd, maar wél echt gebeurd.
Karakters:
Het hele verhaal draait om Hannie, dus van haar kom je het karakter goed te weten.
Hieronder zal ik het even op een rijtje zetten:
Aan het begin van de oorlog is ze nog redelijk stevig, maar naar mate er minder
voedsel is, wordt ze snel magerder. Ze heeft ontzettend veel doorzettingsvermogen:
ze pleegt heel erg veel aanslagen en gaat allerlei uitdagingen aan. Ze is ook niet snel
uit het veld geslagen. Als iemand niet in haar gelooft omdat ze een meisje is, komt ze
keihard voor zichzelf op.
Gelijk aan het begin is al duidelijk dat ze een doorzetster is doordat ze, koste wat het
kost, overal persoonsbewijzen blijft stelen. Hoe meer aanslagen ze pleegt, hoe
duidelijker haar karakter wordt. In de oorlogswinter is ze iets minder dapper. Maar
zodra ze is opgepakt, wordt haar dapperheid weer versterkt doordat ze bij de
verhoren haar mond houdt.
Haar verzetskameraad Claus Hugo speelt ook een belangrijke rol.
Hij geeft Anne een stuk zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen mee. Hij is zelf
dapper, maar erg voorzichtig in het handelen bij aanslagen, en in vertrouwen van
mensen. In het verzet werkt hij alleen met mensen die hij goed vindt. Pas als je hem
bevalt, ga je met hem aan het werk. Hij werkt eerst ook graag alleen, maar sinds hij
Anne leert kennen trekken ze er altijd met z’n tweeën op uit. Ze kunnen het goed met
elkaar vinden, en waarschijnlijk is er wederzijdse liefde. Hij heeft mooie blauwe ogen
en kort, golvend en goudbruin haar. Hij draagt altijd gymschoentjes, omdat hij vanaf
zijn tiende jaar heeft geturnd. Hierdoor kan hij ook kunsten zijn op fiets uithalen: alle
aanslagen overdag pleegt hij vanaf zijn fiets. Dit heeft hij ook aan Anne geleerd.
Tijd:
Het werk speelt zich af in de tweede helft van Tweede Wereldoorlog, dus zo
ongeveer van nazomer 1942 tot voorjaar 1945. Het werk bestrijkt dus 2,5 jaren.
Het verhaal wordt in chronologische volgorde verteld. Er is gebruik gemaakt van
verdichting. Er wordt ook gebruik gemaakt van terugblikken. Bijvoorbeeld: als Hannie
in een plaats komt waar ze vroeger altijd met haar vader heen ging. Dan denkt ze
aan hoe mooi de stad toen was. Ook denkt ze nog vele malen na over Claus. Hoe
kon hij nou omkomen? Waarom was hij er nu niet meer?
Vertelsituatie:
Het dagboek is geschreven in een ik - perspectief: Hannie vertelt alles aan de lezer.
Ze is geen alwetend persoon. Het is in de verleden tijd geschreven, maar je beleeft
het verhaal wel met de persoon mee.
Genre:
Het is een oorlogsdagboek en daarom is het een waar gebeurd verhaal
Stroming:
Het boek behoort bij de oorlogsliteratuur. De auteur beschrijft het lot van joodse
onderduikers en verheerlijkt de daden van een verzetsstrijdster. Het leven en de
dood van Hannie heeft diepe indruk gemaakt op het Nederlandse volk. Ook in het
buitenland werd er veel aandacht aan besteed. Er zijn bijvoorbeeld in Amerika nog in
de jaren ’40 twee verfilmingen en twee televisiebewerkingen gemaakt.
---einde(12-05-2011)---
Terug naar de vorige index
|