Terug naar de vorige index

Mondriaan gaat een stap verder
door Hilde Klein-Optewinkel
Piet Mondriaan (1872 - 1944) was een van de belangrijkste Nederlandse
schilders van de twintigste eeuw. Als pionier van de abstracte schilderkunst
leverde hij belangrijke bijdragen aan het tijdschrift De Stijl en aan de
gelijknamige beweging. Voor zichzelf ontwikkelde hij een visie die hij
neoplasticisme noemde. In zijn laatste levensjaar, toen hij zijn tweede studio in
New York betrokken had, leek die kunstvorm zo ver ontwikkeld dat hij tot een
eindpunt was gekomen. Onlangs echter is er een reeks foto’s in de
openbaarheid gekomen, waaruit blijkt dat Mondriaan zijn stijl tot een veel meer
consequente en radicale richting wilde doordrijven.
Bij zijn studie aan de Rijksacademie voor beeldende kunsten leerde Piet Mondriaan
veel van oude meesters. Zijn stijl was daardoor aanvankelijk naturalistisch en hij
maakte hooguit impressionistische landschappen. Weldra echter werden de vormen
hoekiger, zoals het schilderij ‘Grijze boom’ laat zien. Al vanaf 1907 was zijn voorkeur
voor primaire kleuren merkbaar: blauwe, rode en gele vlakken doken in zijn doeken
op, misschien omdat hij ook van Gerrit Rietveld college had gehad. Hij liet daarbij
echter het representationele karakter van zijn aanpak nog niet los.
Langzaam ontwikkelde hij een sterke behoefte om de essentie van de elementen in
het landschap en de natuur te kennen en weer te geven, waarbij hij het naturalisme
losliet. Daarbij speelde de theosofische stroming van Helena Blavatsky een
stimulerende rol. Op de foto zien we hem met de presidente van de theosofische
vereniging Annie Besant.
Hoewel hij zich realiseerde dat het echte wezen der dingen niet te doorgronden was,
probeerde hij zich in elk geval te concentreren op de structuren. Soms gaf hij die
structuren weer in ronde vormen, maar langzaam ontstonden er in zijn werk patronen
van horizontale en verticale lijnen, zoals men ook bij de kubisten zag.
Parijs en New York
Vanaf 1919 werkte Mondriaan in Parijs. Hij schilderde voornamelijk binnen een
rooster van rechthoeken en vanaf 1920 gold dit voor zijn gehele productie. Met deze
manier van schilderen is hij bij het grote publiek het meest bekend geworden. Dat
neemt niet weg dat hij bleef experimenteren. `Ik heb veel verstand van kunst, maar ik
weet niet wat ik mooi vind,` moet hij gezegd hebben. Hij probeerde dikkere en
dunnere lijnen, gekleurde lijnen zelfs, en liet die lijnen al of niet doorlopen tot de rand
van het schilderij. Meestal schilderde hij in primaire kleuren, maar soms ook werkte
hij in minder felle tinten of zelfs in één kleur.
In 1940 verhuisde Piet Mondriaan naar New York. Hij zou daar blijven tot zijn dood
vier jaar later. Deze jaren werden gekenmerkt door een explosie van ontwikkelingen.
In de schilderijen Broadway Boogie-Woogie en het beroemde Victory Boogie-Woogie
namen de gekleurde lijnen toe, gecombineerd met heldere tinten. Het zijn schilderijen
die een hoogtepunt vormen voor iedereen die kunstogen heeft. Toen hij in 1944
overleed, nam men aan dat deze werken het eindpunt van zijn ontwikkeling als
kunstenaar betekenden.
Een ontdekking
Enige maanden voor zijn dood had hij echter in New York een nieuwe studio in
gebruik genomen. Mondriaan vond het heel belangrijk om te werken in een
stimulerende omgeving die paste bij zijn neoplasticisme. De muren van de studio
waren wit geverfd en er hingen gekleurde stukken papier die samen weer een
compositie vormden.
Kort na de dood van Mondriaan hebben twee van zijn vrienden, Fritz Glarner en
Harry Holtzman, deze studio zorgvuldig gefotografeerd. Uit de foto’s, die recent
opnieuw opgedoken zijn, blijkt dat Mondriaan zijn neoplasticisme op radicale wijze
naar een niveau verder wilde tillen. Foto 23B laat zien dat hij zijn beeld versimpeld
had tot enkele lijnen, waarbij de kleurvlakken geheel verdwenen waren. Dit moet niet
worden beschouwd als een teruggrijpen naar de monochrome vlakken die hij in de
Parijse tijd wel toepaste, want de vlakken zijn hier geheel wit. Het is een consequente
vereenvoudiging van Mondriaan´s visuele benadering.
Tenslotte leidden verdergaande experimenten tot een schilderij dat nu verloren
gegaan is, maar dat we kennen van foto 26A. Daarop zijn de lijnen zo ver
teruggedrongen naar de lijst dat ze ermee samenvallen, zodat een expressieve
rechthoek de toeschouwer toeschreeuwt. De zuivere eenvoud van dit werk overstijgt
de traditionele grenzen van de abstracte schilderkunst met een verbluffende kracht.
Een allerlaatste werk
Onderzoekers van de Londense Tate Gallery hebben samen met technici van het
M.I.T. nu ook een allerlaatste werk van Mondriaan gereconstrueerd. Op de
achtermuur van zijn studio (foto 29) hebben zij een schilderij ontdekt waarbij zowel
de lijnen als de lijst zijn weggelaten. Daarmee lijkt Mondriaan de uiterste
consequentie van het neoplasticisme te hebben bereikt: een naakt, wit vlak dat ons
heftig aanstaart. Als het geen ontroering opwekt, dan roept het toch tenminste om
bewondering vanwege de rechtlijnigheid van zijn ideeën. Op deze wijze heeft hij toch
kort voor zijn overlijden de essentie van het wezen der dingen benaderd.
---einde(12-05-2011)---
Terug naar de vorige index
|